13 JUNI 1999. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de modaliteiten inzake de vergoeding van de voorzitter en de leden van het Informatie- en Adviescentrum inzake schadelijke sektarische organisaties

ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 juni 1998 houdende oprichting van een Informatie- en Adviescentrum inzake schadelijke sektarische organisaties en houdende oprichting van een administratieve coördinatiecel, in het bijzonder artikel 4, laatste lid;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 september 1998;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 2 juni 1999;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 2 juni 1999;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de Parlementaire Onderzoekscommissie belast met de beleidsvorming ter bestrijding van de sekten en van de gevaren van die sekten voor het individu en inzonderheid voor de minderjarigen, de dringende noodzaak van de oprichting van een Informatie- en adviescentrum en van een Administratieve coördinatiecel heeft opgeworpen, met het oog op de zo spoedig mogelijke creatie van een orgaan met als opdracht de opvolging van dit fenomeen;
Overwegende dat de wet houdende oprichting van een Informatie- en adviescentrum inzake schadelijke sektarische organisaties en van een Administratieve coördinatiecel afgekondigd werd op 2 juni 1998 en dat het derhalve aanbeveling verdient dat de uitvoeringsbesluiten zo snel mogelijk worden gepubliceerd, teneinde het Informatie- en adviescentrum en de Administratieve coördinatiecel in staat te stellen hun opdrachten aan te vatten;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij
:

Artikel 1 . De voorzitter en zijn plaatsvervanger van het Informatie- en Adviescentrum inzake schadelijke sektarische organisaties hebben recht op een jaarlijkse vergoeding ten bedrage van 300 000 frank. Dit bedrag stemt overeen met het spilindexcijfer 138,01 van de consumptieprijzen.

Art. 2. De leden en hun plaatsvervangers hebben recht op presentiegelden ten bedragen van 5 000 frank per zitting.

Art. 3. De vergoeding van de voorzitter en zijn plaatsvervanger wordt maandelijks uitbetaald.

Art. 4. De presentiegelden van de leden en hun plaatsvervangers worden uitbetaald na voorlegging van de stukken die hun prestaties weergeven en na goedkeuring door de Minister van Justitie.

Art. 5. De voorzitter en zijn plaatsvervanger, de leden en hun plaatsvervangers zijn gerechtigd op de vergoedingen voor reis- en verblijfskosten die van toepassing zijn op het personeel van de ministeries.
De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden gelijkgesteld met een ambtenaar van rang 15. De leden en hun plaatsvervangers worden gelijkgesteld met een ambtenaar van rang 13.

Art. 6. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juni 1999.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
T. VAN PARYS

Belgisch Staatsblad van 12.10.1999