ADVIES van 20 juni 2000

Advies van het Informatie- en Adviescentrum inzake de schadelijke sektarische organisaties met betrekking tot het verzoek van de heer vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken betreffende de Fédération Européenne des Centres de Recherche et d’Information sur le Sectarisme (FECRIS)

1. Onderwerp van het verzoek

1.1. De heer Louis Michel, vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk België, heeft per brief d. d. 4 oktober 1999 aan het Centrum gevraagd een advies uit te brengen over de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Colloquium van 23 en 24 april 1999 georganiseerd door de Fédération des Centres de Recherche et d’Information sur le Sectarisme (hierna FECRIS genoemd), alsook over de aanvraag tot erkenning van FECRIS die in deze gemeenschappelijke verklaring is geformuleerd.

1.2. Bovendien heeft de heer vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken per brief d. d. 24 december 1999 ermee ingestemd dat het advies openbaar wordt gemaakt, waarbij hij heeft meegedeeld dat hij zich voornamelijk op de hoogte wenste te stellen van de geldigheid van FECRIS.

2. Gemeenschappelijke verklaring

2.1. Vaststellingen

- Door de herhaalde verwijzingen naar de inachtneming van de rechten van de mens en de verdediging van de openbare vrijheden past de gemeenschappelijke verklaring van de leden van de FECRIS in een kader dat verenigbaar is met de vereisten van een democratische maatschappij;

- De gematigde benadering van het fenomeen ‘sekten’ komt overeen met het resultaat van de werkzaamheden van de parlementaire onderzoekscommissie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers dat erop is gericht een beleid uit te werken ter bestrijding van de illegale praktijken van sekten en van hun gevaar voor de maatschappij en voor personen, vooral minderjarigen;

- Er moet evenwel worden opgemerkt dat in de verklaring geen omschrijving wordt gegeven van de objectieve criteria inzake sektarisch gedrag. Er wordt alleen bevestigd dat deze criteria sedert lang zijn omschreven en voldoende vaststaan;

- Bovendien wordt in de verklaring geen definitie gegeven van hetgeen zij verstaat onder «geestelijke manipulatie».

2.2° Vragen geformuleerd door de ondertekenaars van de gemeenschappelijke verklaring

“(…) FECRIS vraagt het volgende:

- La reconnaissance officielle de la Fédération Européenne des Centres de Recherche et d’Information sur le Sectarisme (FECRIS), afin qu’elle soit consultée par le Parlement européen, le Conseil de l’Europe, l’Organisation pour la sécurité et la coopération en Europe (OSCE), ainsi que par les Nations Unies et les organismes et commissions qui en dépendent. La FECRIS sera, en outre, en liaison constante avec les autorités administratives investies du pouvoir de mettre en oeuvre les procédures de contrôle fiscal et douanier pour le compte des États et de l’Union européenne ainsi qu’avec les services internationaux créés pour le même objet.

- La constitution au sein des parlements nationaux, ainsi qu’au parlement de l’Union européenne et à l’assemblée parlementaire du Conseil de l’Europe, de groupes d’études permanents chargés d’observer l’évolution du phénomène sectaire, et, le cas échéant, de voter les mesures législatives et de fixer les mesures réglementaires qui en découlent.

- Parallèlement, la création d’une instance européenne permanente chargée de recueillir toutes les informations concernant les faits de sectarisme et de concourir, aux cotés des autorités nationales, à la prévention et à l’information du public.”.

- Het verzoek om internationale erkenning als niet-gouvernementele organisatie (N.G.O.) blijkt gewettigd vanwege een organisatie die de democratische beginselen huldigt. Het gegeven dat bepaalde sektarische organisaties misbruik maken van hun statuut van N.G.O. om hun activiteiten geloofwaardig te maken, vormt een verantwoording ervoor dat FECRIS van hetzelfde voordeel kan genieten. Het verzoek werd gestaafd door aanbeveling 1412 van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa waarbij aan de lidstaten het volgende wordt gevraagd: «encourager la création (…) d’organisations non gouvernementales pour les victimes ou les familles des victimes des groupes à caractère religieux, ésotérique ou spirituel (…)».

- Aan het tweede verzoek is, wat België betreft, voldaan door de oprichting, bij de wet van 2 juni 1998, van het Informatie- en Adviescentrum inzake de schadelijke sektarische organisaties. De Europese vergaderingen moeten zich erover uitspreken of het gepast is dergelijke studiegroepen op hun niveau op te richten.

- Aan het laatste verzoek is voor het grootste deel tegemoet gekomen wanneer de Parlementaire Vergadering in juni 1999 aanbeveling 1412 betreffende de illegale activiteiten van sekten heeft goedgekeurd; deze aanbeveling handelt onder meer over de oprichting van een Europees observatorium voor groepen met een religieus, esoterisch of spiritueel karakter.

3. Verzoek van de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken

Na te hebben vastgesteld dat FECRIS, aangegeven vereniging naar Frans recht (internationale vereniging volgens de wet van 1 juli 1901 en het decreet van 16 augustus 1901, aangegeven onder nummer 1127, doel bekendgemaakt in het publicatieblad van 27 juli 1994) op Europees niveau de voorlichting van en de hulp aan het publiek in het kader van de strijd tegen de schadelijke sektarische organisaties als doelstellingen nastreeft, wat blijkt zowel uit haar doelstelling als uit het gesprek dat de voorzitter ervan heeft gehad met een delegatie van het Centrum;

dat FECRIS deze doelstellingen nastreeft in fora waar het standpunt van de slachtoffers van de reële of mogelijke nefaste handelingen van schadelijke sektarische organisaties onvoldoende vertegenwoordigd is;

dat FECRIS in naam van de verdediging van de openbare vrijheden zich kan beroepen op de steun van de Franse regering en van de Mission interministérielle sur les sectes;

dat volgens deze laatste de gemeenschappelijke verklaring waarnaar in het verzoek wordt verwezen, nauw verwant is aan haar eigen doelstellingen;

overwegende dat het wenselijk is ervoor te zorgen dat alle standpunten vertegenwoordigd zijn in de internationale instanties waar het probleem van de schadelijke sektarische organisaties wordt behandeld;

brengt het Informatie- en Adviescentrum inzake de schadelijke sektarische organisaties een gunstig advies met betrekking tot de twee punten van het verzoek van de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken die zijn geformuleerd in punt 1.


Advies uitgebracht tijdens de vergadering van 20 juni 2000.