De Morgen, 22 december 2018

Misbruik bij getuigen van Jehova: “Naar justitie stappen doen ze nooit”

Erwins dochter Marie is seksueel misbruikt bij de getuigen van Jehova. Hoe lang, dat weet Erwin niet. Al meer dan tien jaar ontzeggen Jehova’s getuigen hem elk contact met zijn dochter. “Ik ben 100 procent zeker dat men nooit naar de politie is gestapt. Bij Jehova’s getuigen moet iedereen zwijgen.”

De afgelopen dagen is de officiële sektewaakhond IACSSO overstelpt met tips en getuigenissen. Dat gebeurde nadat De Morgen schreef over een rapport over het toedekken van seksueel misbruik bij Jehova’s getuigen. “Niet alleen ex-leden, maar ook leden van Jehova’s getuigen hebben sindsdien contact opgenomen”, zegt IACSSO-directeur Kerstine Vanderput. “We onderzoeken die stuk voor stuk.”

Erwin nam nog geen contact op met het IACSSO, maar wel met de krant. Hij is een ex-lid en zijn dochter Marie is als tiener seksueel misbruikt binnen de Jehova’s getuigen. Het gerecht is bij zijn weten nooit ingeschakeld. Erwin wil zijn verhaal anoniem vertellen, om zijn dochter te beschermen. Zij zit nog altijd bij de getuigen.

Erwin is 62 jaar en woont in Oost-Vlaanderen. Op zijn 22ste kwam hij voor het eerst in contact met Jehova’s getuigen, via een collega.

“Ik ging door een moeilijke periode en was spiritueel zoekende”, zegt Erwin. “Ik ging in een koninkrijkszaal naar hun vergaderingen, want ze doen geen misvieringen. Daar wisselen ze persoonlijke ervaringen uit en leggen uit hoe je van deur tot deur gaat. Of ze analyseren bijbelfragmenten en publicaties uit de Wachttoren.”

Het is vooral zijn vrouw die in de organisatie verstrengeld geraakt, veel later, als Erwin een veertiger is. Er waren spanningen ontstaan in hun relatie. De ouderlingen van de gemeente, die een gezagsfunctie hebben, mengden zich in de aangelegenheid en kozen de kant van de vrouw. Een half jaar later leerde Erwin iemand anders kennen. En ondertussen ontmoette zijn vrouw A. M., iemand uit de Jehovah’s getuigen.

“Dat was iemand met status bij Jehova’s getuigen. Hij zette haar nog meer tegen mij op. Doordat we officieel nog getrouwd waren, was ik een overspelige, de duivel zelf. En dan is de miserie begonnen.”

Erwin loopt naar de woonkamer en komt terug met een dikke stapel paperassen. Het was een vechtscheiding. De twee hadden een zoon en een dochter en Erwin heeft jarenlang geprocedeerd om zijn kinderen te kunnen zien. Ook na rechterlijke beslissingen weigerde zijn ex een jaar lang om haar kinderen bij hem te laten. In 2006 is ze daarvoor veroordeeld.

“In de rechtszaal stonden achteraan twee getuigen van Jehova, van het besturend lichaam, dat is het hoofdbestuur in België. Het voelde als pure intimidatie.”

Ook nadat Erwin voor de rechtbank eindelijk gelijk kreeg, lukte het niet om zijn dochter los te weken. Toen hij zijn dochtertje ging ophalen, zei de 11-jarige Marie: “Ik ben er nog niet aan toe.”

“Ik kon het niet meer”, zegt Erwin. “Ik was mentaal zo moegestreden. Ik dacht: over enkele jaren zal ze zelf wel naar mij komen. Dat duurt intussen meer dan tien jaar.”

Zijn zoon Pieter woonde toen wel al enkele jaren bij zijn vader. Hij vluchtte op zijn 13 jaar weg van zijn moeder, en vooral weg van A. M. “Hij sloeg. Meerdere keren heeft hij me tegen de muur geduwd en geslagen.”

Jehova’s getuigen vieren geen verjaardagen. Als Pieter naar een verjaardagsfeestje van een vriendje wilde: slaag. Als hij niet mee naar een vergadering wilde: slaag. Hij meldde het bij de ouderlingen, maar werd niet geloofd.

“Ze ontnemen je je jeugd. Ik had een meisje leren kennen uit de sportclub. Wel, de volgende dag stonden er drie leden van de raad van ouderlingen voor de deur. Drie mannen die mij als 13-jarige met de bijbel in de hand de les kwamen spellen. Ik stond voor het dilemma: blijven om mijn zusje te beschermen, of vertrekken voor mezelf.”

Hij koos uiteindelijk het laatste en schreef brieven naar het gerecht waarin hij de onhoudbare situatie beschreef. “Dan heeft de jeugdrechter beslist dat ik bij mijn vader mocht wonen, maar nooit zijn er stappen gezet naar de dader”, zegt Pieter.

Meer dan tien jaar lang hoorde hij niets meer van zijn zus. Tot ze, twee jaar geleden, opnieuw contact zocht. Ze spraken af. Marie is intussen 23 jaar en getrouwd, met een jehova. Tijdens het gesprek meldt ze dat er “erge dingen gebeurd zijn” tussen haar en A.M. Daarna, in berichten, verduidelijkte ze verder. Marie is seksueel misbruikt door A.M. Ze probeert Pieter te overtuigen tot een afspraak voor het hele verhaal, maar die voelt zich daar niet sterk genoeg voor.

Woede en haat

Zowel hij als zijn vader willen de getuigen van Jehova liefst achter zich laten. Tegelijkertijd voelen ze nog zoveel woede en haat. Niet tegen alle getuigen, dat benadrukken ze, maar tegen A.M., die vlakbij woont.

“Nu pas besef ik dat A.M. me daar waarschijnlijk heeft weggepest, om zijn gang te kunnen gaan met mijn zusje”, zegt Pieter. “Ik ben hem tegengekomen en vroeg of hij mij nog kende. ‘Ik heb altijd gezegd: wacht tot ik later groot ben, wel, hier ben ik.’ Maar hij daagde me alleen nog meer uit. Gelukkig ben ik mijn zelfbeheersing niet verloren.”

Vader en zoon willen vooral dat er iets gebeurt aan de organisatie. Ze vermoeden dat de moeder de feiten heeft opgebiecht aan de ouderlingen en dat A.M. intussen is geëxcommuniceerd. “Maar ik ben er vooral 100 procent zeker van dat men nooit naar de politie is gestapt”, zegt Pieter.

“Als iemand bij Jehova’s getuigen kindermisbruik signaleert, dan gaan de ouderlingen bijbelteksten hanteren om maatregelen te treffen: berisping, een gesprek met slachtoffer en dader, of uitsluiting”, zegt Erwin. “Maar naar het gerecht stappen? Nooit. Iedereen moet zwijgen ‘opdat er geen smet op Jehova’s naam komt’ en ‘geen smet op de organisatie’. Er moeten honderden dergelijke dossiers zijn waar justitie niet van weet. Op die manier zal er helaas nog veel smet op Jehova’s naam komen.”

Pieter, Erwin en Marie zijn schuilnamen.