ADVIES van 31 mei 2001

Advies van het Informatie- en Adviescentrum inzake de Schadelijke Sektarische Organisaties (I.A.C.S.S.O.) over de graad van schadelijkheid van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen

Gelet op het verzoek om advies gericht aan het Centrum,

Aangezien niet is geantwoord op de vragenlijst van het I.A.C.S.S.O. aan de Belgische verantwoordelijken van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, hierna “de Kerk” genoemd.

In hoofdzaak overwegende dat:

1. de officiële verslagen van onderzoekscommissies over de sekten in België, Frankrijk, Zwitserland (Duitsland, Canada) ten laste van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen geen negatieve elementen bevatten;

2. voor zover het I.A.C.S.S.O. weet, in de Europese landen geen rechterlijke beslissingen zijn bekend gemaakt op grond waarvan de beweging voor een of andere inbreuk op de wet is veroordeeld;

overwegende dat met betrekking tot specifieke punten die tot bepaalde publieke controverses zouden kunnen leiden:

3. de sociale en religieuze controle niet van die aard blijkt te zijn dat alle jonge leden van de Kerk verplicht zijn een twee jaar durende stage van zendeling te lopen. Uit de statistieken blijkt dat slechts 33% van de jonge mannen en 5% van de jonge vrouwen die taak verrichten. Volgens de internetsites van de Mormonen is de keuze vrij;

4. hoewel de teksten van de Kerk beweringen bevatten die als racistisch kunnen worden aangemerkt, de praktijk aantoont dat deze uitlatingen niet meer van toepassing zijn (bv. ten aanzien van de “zwarten”);

5. de houding ten aanzien van de vrouw niet in de lijn ligt van de Europese en internationale trend tot gelijkheid van man en vrouw;

6. met betrekking tot de aangelegenheid van de polygamie waarvan de Kerk bij het begin van haar bestaan de toepassing heeft aanvaard en aangemoedigd en dat, na (soms hevige) conflicten met de Amerikaanse staten, de Kerk officieel afstand heeft genomen van de polygamie (en de praktijk ervan) en het tot een reden voor verbanning heeft gemaakt, dissidente individuen en bewegingen toch blijven vasthouden aan deze praktijk die door de Kerk is veroordeeld;

7. hoewel de beweging oorspronkelijk een duidelijk theocratisch model aanmoedigde, ze zich in de loop der jaren heeft aangepast aan en geïntegreerd in het democratisch systeem van de Verenigde Staten en andere democratische landen ;

8. de officiële doctrine een fundamentalistische interpretatie van de grondgeschriften toepast waarbij historische kritiek op de bronnen niet is toegelaten (bv. hun inzichten over de oorsprong van de wereld – het afwijzen van de evolutieleer – en de oorsprong van de beweging ; de uitsluiting van bepaalde historici door de beweging).


Op grond van deze vaststellingen is het Informatie- en Adviescentrum inzake Schadelijke Sektarische Organisaties van oordeel dat de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in de huidige omstandigheden in België geen bijzonder risico inhoudt, rekening houdend met artikel 2 van de wet van 2 juni 1998 houdende oprichting van een Informatie- en Adviescentrum inzake de schadelijke sektarische organisaties en van een Administratieve coördinatiecel inzake de strijd tegen schadelijke sektarische organisaties
(Belgisch Staatsblad van 25 november 1998).

Met dit advies wordt geenszins vooruitgelopen op de verdere evolutie van de beweging of van de personen die deel ervan uitmaken.